doorreizen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·rei·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorreizen
reisde door
doorgereisd
zwak -d volledig

Werkwoord

dóórreizen [1]

  1. onovergankelijk doorgaan met reizen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorreizen
doorreisde
doorreisd
zwak -d volledig

Werkwoord

doorreizen [2]

  1. onovergankelijk een reis maken door (een gebied)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • doorreisvisum
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

doorreizen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord doorreis

Gangbaarheid

  • Het woord doorreizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.