doorreis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·reis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorreis doorreizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

doorreis v/m

  1. ergens komen tijdens een reis naar wat anders
    • De oom kwam bij ons op visite toen hij op doorreis was naar Amerika. 

Gangbaarheid

  • Het woord doorreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Werkwoord

vervoeging van
doorreizen

doorreis

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorreizen
    • ... dat ik doorreis. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.