doorkijk
Nederlands
Woordafbreking
- door·kijk
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van het werkwoord "doorkijken"[1]
- samenstelling van door en kijk ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doorkijk | doorkijken |
verkleinwoord | doorkijkje | doorkijkjes |
Zelfstandig naamwoord
doorkijk m
- gelegenheid of opening om doorheen te kijken
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- doorkijkbloes, doorkijkblouse, doorkijkspiegel
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorkijken |
doorkijk
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkijken
- ... dat ik doorkijk.
Gangbaarheid
- Het woord doorkijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doorkijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.