donkerte
Nederlands
![](../I/m/A_pile_of_dead_branches_in_the_moorlands_of_Fochterloerveen%3B_North-Netherlands%2C_spring_of_2012.jpg)
de donkerte van het dichte bos
Woordafbreking
- don·ker·te
Zelfstandig naamwoord
donkerte v [1]
- donkere plaats
- duisternis
- Het stuk achteraan was een donkere functieloze plek, er kwam helemaal geen daglicht. Katleen vond het een onprettige ruimte: ‘Ik voelde de donkerte soms echt op me wegen.’[2]
Synoniemen
- duisternis, deemsterheid, deemstering, duisterheid, obscuriteit, donker, duister
Afgeleide begrippen
- donkertekaart, donkertegebied
Gangbaarheid
- Het woord donkerte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'donkerte' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 25 NOVEMBER 2017
- Tubantia 27-NOVEMBER-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.