disselboom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·sel·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord disselboom disselbomen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

disselboom m

  1. mechanisme om meerdere paarden of andere dieren samen een gespan te laten vormen; door de hefboomwerking kon een jonger dier opgeleerd worden (en kreeg het een langere lastarm)
    • Door het combineren van meerdere disselbomen kon een drie- of vierspan gevormd worden (ieder dier kon trekken al naargelang zijn kracht) 
    • Arme boeren konden een ossenspan vormen; wanneer er niet genoeg ossen meer waren kon ook een koe bijgelegd worden 
    • Enkel het oudste dier werd gemend; de andere dieren volgden 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord disselboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.