digitaliseren
Nederlands
Woordafbreking
- di·gi·ta·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse digitaliser (met het achtervoegsel -iseren) [1] wat zelf weer komt van het Engelse digitalize
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
digitaliseren |
digitaliseerde |
gedigitaliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
digitaliseren
- overgankelijk (informatica) informatie omzetten van analoog naar digitaal
- Deze oude LP's zijn nog nooit gedigitaliseerd.
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord digitaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'digitaliseren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.