digitaliseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·gi·ta·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse digitaliser (met het achtervoegsel -iseren) [1] wat zelf weer komt van het Engelse digitalize
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
digitaliseren
digitaliseerde
gedigitaliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

digitaliseren

  1. overgankelijk (informatica) informatie omzetten van analoog naar digitaal
    • Deze oude LP's zijn nog nooit gedigitaliseerd. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord digitaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.