detineren

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
detinerendetinerend
detineringgedetineerd
detentie
Woordafbreking
  • de·ti·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘in hechtenis houden’ voor het eerst aangetroffen in 1574 [1]
  • afgeleid van het Franse détenir (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
detineren
detineerde
gedetineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

detineren

  1. overgankelijk iemand van staatswege gevangen houden
    • De vermoedelijke terroristen werden in Guantanomo gedetineerd. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord detineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.