detentie
Nederlands
Woordafbreking
- de·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hechtenis’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | detentie | detenties |
verkleinwoord | - | - |
Hyponiemen
- dagdetentie, nachtdetentie, thuisdetentie, uitleveringsdetentie
Afgeleide begrippen
- detentieboot, detentiecentrum
Gangbaarheid
- Het woord detentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'detentie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.