detentie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hechtenis’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord detentie detenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detentie v [3]

  1. hechtenis, opsluiting
Hyponiemen
  • dagdetentie, nachtdetentie, thuisdetentie, uitleveringsdetentie
Afgeleide begrippen
  • detentieboot, detentiecentrum

Gangbaarheid

  • Het woord detentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.