deeltijd
Nederlands
Woordafbreking
- deel·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van deel en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deeltijd | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
deeltijd m
- gedeelte van de (werk)tijd die normaal als volledig geldt
- In Nederland werken en studeren zeer veel mensen in deeltijd.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord deeltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deeltijd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.