decadent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ca·dent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontaard’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • Ontleend aan het Franse décadent ‘in verval’ [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord decadent decadenten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decadent m [3]

  1. (kunst) kunstenaar wiens werk verschijnselen van een tijdperk van verval vertoont
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen decadentdecadenterdecadentst
verbogen decadentedecadenteredecadentste
partitief decadentsdecadenters-

Bijvoeglijk naamwoord

decadent [4]

  1. ontaard, verworden, verval
    • De decadente burgers gooiden de restjes van de maaltijd naar de hongerige mensen. 
  1. zeer verfijnd, maar innerlijk krachteloos
  2. duur maar smakeloos
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord decadent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.