daverend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ve·rend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen daverenddaverenderdaverendst
verbogen daverendedaverenderedaverendste
partitief daverendsdaverenders-

Bijvoeglijk naamwoord

daverend

  1. groot, heftig, enorm bij lachen en succes
    • Deze show was een daverend succes 
    • Hij geloofde ze net zomin als de propaganda aan het begin, toen bijvoorbeeld werd beweerd dat de kogels van de moffen zo zacht waren dat ze onder daverend gelach van de Franse regimenten als beurse peren op hun uniform te pletter sloegen. [1] 

Werkwoord

vervoeging van
daveren

daverend

  1. onvoltooid deelwoord van daveren

Gangbaarheid

  • Het woord daverend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.