daverend
Nederlands
Woordafbreking
- da·ve·rend
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van daveren
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | daverend | daverender | daverendst |
verbogen | daverende | daverendere | daverendste |
partitief | daverends | daverenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
daverend
- Deze show was een daverend succes
- Hij geloofde ze net zomin als de propaganda aan het begin, toen bijvoorbeeld werd beweerd dat de kogels van de moffen zo zacht waren dat ze onder daverend gelach van de Franse regimenten als beurse peren op hun uniform te pletter sloegen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord daverend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'daverend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.