dagschotel
Nederlands
Woordafbreking
- dag·scho·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag en schotel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dagschotel | dagschotels |
verkleinwoord | dagschoteltje | dagschoteltjes |
Zelfstandig naamwoord
dagschotel v / m
- (voeding) buiten de vaste kaart per dag verschillend, compleet gerecht in restaurants, voor een relatief lage prijs
Gangbaarheid
- Het woord dagschotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dagschotel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.