curling
![](../I/m/Curling_metering.jpg)
Het opmeten bij het curling.
Nederlands
Woordafbreking
- cur·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spel op het ijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | curling | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
curling o
- een precisiesport die lijkt op bowls, jeu de boules en bocce, die op ijs gespeeld wordt gespeeld met zware stenen in plaats van metalen (of plastic) ballen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- curlingbaan, curlingbezem, curlingclub, curlingdame, curlingmoeder, curlingouder, curlingploeg, curlingschijf, curlingspel, curlingspeler, curlingsport, curlingsyndroom, curlingteam, curlingtoernooi, curlingvader, curlingvrouw, curlingwedstrijd
Vertalingen
1. een precisiesport die lijkt op bowls, jeu de boules en bocce, die op ijs gespeeld wordt gespeeld met zware stenen in plaats van metalen (of plastic) ballen
Gangbaarheid
- Het woord curling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'curling' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.