creperen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cre·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘sterven’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse crever met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
creperen
crepeerde
gecrepeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

creperen

  1. (informeel) vergaan van, hevig lijden
  2. ergatief (informeel) versmachten, omkomen door gebrek
  3. overgankelijk touperen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord creperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.