creperen
Nederlands
Woordafbreking
- cre·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘sterven’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse crever met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
creperen |
crepeerde |
gecrepeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
creperen
- (informeel) vergaan van, hevig lijden
- ergatief (informeel) versmachten, omkomen door gebrek
- overgankelijk touperen
Gangbaarheid
- Het woord creperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'creperen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.