corner
Nederlands
Bastian Schweinsteiger neemt een hoekschop
Woordafbreking
- cor·ner
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hoekschop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | corner | corners |
verkleinwoord | cornertje | cornertjes |
Zelfstandig naamwoord
corner m
- (voetbal) een hoekschop vanuit een van de hoekpunten van een voetbalveld
- Als een voetballer de bal over de eigen achterlijn trap krijgt de tegenpartij een corner.
- hoek van een ruimte
Hyponiemen
- [2] strafcorner, koffiecorner, internetcorner
Afgeleide begrippen
- [1] cornervlag, cornerschutter, cornerspecialist
Gangbaarheid
- Het woord corner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'corner' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.