convex
Nederlands
Woordafbreking
- con·vex
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bolrond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1659 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | convex | convexer | |
verbogen | convexe | convexere | |
partitief | convex | convexers | - |
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord convex staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'convex' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.