coda

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coda    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkoda/
Woordafbreking
  • co·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘resumerend slot van muziekstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • van het Italiaanse coda (staart) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord coda coda's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

coda v / m [3]

  1. (muziek) het deel van een muzikale compositie dat zich na de climax van het stuk afspeelt, ofwel de eindsectie van een compositie aanduidt
  2. (letterkunde) aan een sonnet toegevoegde regel of strofe

Gangbaarheid

  • Het woord coda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈkoda/
Woordafbreking
  • co·da

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
coda code

coda v

  1. (zoötomie) staart
  2. (verkeer) file
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.