cocktail

Nederlands

Mojito cocktail

Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘gemengde alcoholische drank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]

cocktail m

- - En al passen de zuren van limoen in deze cocktail op basis van de lokale brandy heel goed bij de zuren van de in citrussap gegaarde vis, na twee glazen sta je op je kop.[2]
mengsel in het algemeen

- - Een cocktail van overvraging, stress, frustratie, verminderd normbesef, gebrek aan impulsregulering. De gevolgen zijn bij iedereen anders. Geweldsuitbarsting. Diefstal. Moord. Doodslag. Brandstichting.[3]

aspergecocktail, avocadococktail, champagnecocktail, fruitcocktail, garnaalcocktail, garnalencocktail, kipcocktail, krabcocktail, molotovcocktail, mosselcocktail, rumcocktail, steurgarnaalcocktail, vruchtencocktail, zeevruchtencocktail

cocktailbar, cocktaileffect, cocktailglas,cocktailjapon, cocktailjurk,, cocktaillepel, cocktailparty, cocktailpartybestendig, cocktailpartyeffect, cocktailpartyhouding, cocktailpartyprobleem, cocktailprikker, cocktailsaus, cocktailshaker, cocktailtomaat

1. drankje bestaande uit gemixte alcoholische dranken

Het woord cocktail staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cocktail' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

cocktail m

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cocktail	cocktails
verkleinwoord	cocktailtje	cocktailtjes