chronoloog

Nederlands

Uitspraak

Geluid: chronoloog (hulp, bestand)

Woordafbreking

chro·no·loog

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van het Griekse Χρόνος 'chronos' (tijd) met het achtervoegsel -loog

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	chronoloog	chronologen
verkleinwoord	chronoloogje	chronoloogjes

Zelfstandig naamwoord

chronoloog m

(beroep) iemand die zich bezig houdt met de chronologie, een tijdrekenkundige

Verwante begrippen

chronologisch, chronograaf, chronografie, chronologie, chronoscoop

Vertalingen

1.

Spaans: cronólogo ^(es) m

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord chronoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.