charmant
Nederlands
Woordafbreking
- char·mant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1698 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | charmant | charmanter | charmantst |
verbogen | charmante | charmantere | charmantste |
partitief | charmants | charmanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
charmant
- aangenaam in omgang
- We kunnen het ‘charmant’ en ‘authentiek’ noemen, maar uiteindelijk is het natuurlijk bloedirritant dat we op deze wereld allemaal verschillende talen spreken.[2]
Vertalingen
1. aangenaam in omgang
Gangbaarheid
- Het woord charmant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'charmant' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.