cargadoor
Nederlands
Woordafbreking
- car·ga·door
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘scheepsbevrachter’ voor het eerst aangetroffen in 1472 [1]
- Van het Spaanse cargador
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cargadoor | cargadoors |
verkleinwoord | cargadoortje | cargadoortjes |
Zelfstandig naamwoord
cargadoor m
- (beroep), (scheepvaart) iemand die vooral op logistiek niveau bemiddelt tussen de reder en de verlader
- De cargadoor was slecht voorbereid op verandering.
Synoniemen
- scheepsagent, scheepsbevrachter, scheepsmakelaar
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord cargadoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'cargadoor' herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.