capitulatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·pi·tu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overgave van troepen’ voor het eerst aangetroffen in 1651 [1]
  • Naamwoord van handeling van capituleren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord capitulatie capitulaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

capitulatie v

  1. overeenkomst om het verzet te staken
  2. (militair) overgave van een partij in oorlog
    • Sommigen hadden het nog wel over een robbertje vechten met de vijand, maar in de lagere regionen waar Albert en zijn kameraden zaten, was men sinds de overwinning van de geallieerden in Vlaanderen, de bevrijding van Lille, de Oostenrijkse aftocht en de capitulatie van de Turken meestal een stuk minder uitbundig dan de officieren. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord capitulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.