cala

De Cala Trebalúger op Menorca.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cala    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈka.la/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈka.la/
    • (Limburg): /ˈkaː.la/
Woordafbreking
  • ca·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Catalaanse cala.
enkelvoud meervoud
naamwoord cala cala's
verkleinwoord calaatje calaatjes

Zelfstandig naamwoord

cala v

  1. (geologie) een kleine ronde baai langs een steile kust met een nauwe doorgang naar de open zee
    • De cala's van de Balearen, de Costa Brava en de Costa Blanca zijn een befaamde toeristische attractie. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'cala' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Catalaans

enkelvoud meervoud
cala cales

Zelfstandig naamwoord

cala v

  1. (geologie) cala

Schots-Gaelisch

Zelfstandig naamwoord

cala m

  1. haven

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
calar

cala

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
vervoeging van
calarse

cala

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calarse
vervoeging van
caler

cala

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.