caler

Frans
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Werkwoord

caler

  1. (spreektaal) stoppen, opgeven
  1. «La PSG a vite calé contre Nantes.»
    Paris Saint-Germain heeft het gauw opgegeven tegen Nantes. [1]
  2. (spreektaal) afslaan (van motor)
  1. «Juste devant le feu, le moteur de ma caisse a calé.»
    Net voor het stoplicht sloeg de motor van mijn wagen af. [1]
  2. (spreektaal) zich vol vreten, schransen
  1. «Ch'uis calé!»
    Ik kan geen pap meer zeggen! [1]

Verwijzingen
  1. Wouw, B. van de Woordenboek populair Frans - Nederlands 2e druk (2014) Uitgeverij Arti-Choc, Breda; p. 42
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.