burgerschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ger·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgerschap burgerschappen
verkleinwoord burgerschapje burgerschapjes

Zelfstandig naamwoord

burgerschap o

  1. een juridische band van een individu met een staat, waaraan bepaalde rechten en plichten verbonden zijn
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord burgerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.