burgerschap
Nederlands
Woordafbreking
- bur·ger·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | burgerschap | burgerschappen |
verkleinwoord | burgerschapje | burgerschapjes |
Zelfstandig naamwoord
burgerschap o
- een juridische band van een individu met een staat, waaraan bepaalde rechten en plichten verbonden zijn
Hyponiemen
- ereburgerschap, staatsburgerschap, wereldburgerschap
Gangbaarheid
- Het woord burgerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'burgerschap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.