staatsburgerschap
Nederlands
Woordafbreking
- staats·bur·ger·schap
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van staatsburger met het achtervoegsel -schap.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staatsburgerschap | staatsburgerschappen |
verkleinwoord | staatsburgerschapje | staatsburgerschapjes |
Zelfstandig naamwoord
staatsburgerschap o
- de hoedanigheid van het staatsburger zijn
- Er werd hem staatsburgerschap aangeboden.
Gangbaarheid
- Het woord staatsburgerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.