buitenburger
Nederlands
Woordafbreking
- bui·ten·bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en burger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenburger | buitenburgers |
verkleinwoord | buitenburgertje | buitenburgertjes |
Zelfstandig naamwoord
buitenburger m
- (geschiedenis) iemand die buiten de poorten van de stad woonde maar er wel een burger van was
- Ook de buitenburgers vluchtten de stad in bij het naderen van de vijand.
Gangbaarheid
- Het woord 'buitenburger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.