buikriem
Nederlands
Woordafbreking
- buik·riem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buik en riem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buikriem | buikriemen |
verkleinwoord | buikriempje | buikriempjes |
Zelfstandig naamwoord
buikriem m
- een riem die om het middel gedragen wordt
Uitdrukkingen en gezegden
- De buikriem aanhalen.
Met minder (voedsel) dan voorheen genoegen nemen.
Gangbaarheid
- Het woord buikriem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'buikriem' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.