braadkip
Nederlands
braadkip
Woordafbreking
- braad·kip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van braad ww en kip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | braadkip | braadkippen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
braadkip v [1]
- jonge kip die geschikt is om te braden
- Het regende en het was koud, dus bracht ik maar een bezoek aan een warenhuis waar een enorm assortiment muisgrijze stropdassen en Erich Honneckerhoeden te koop werd aangeboden. In de restaurantafdeling serveerde men een Broiler, de bij de Oost-Duitsers zo populaire braadkip. Het gerecht werd opgediend met glimpiepers en een kwak Rotkohl die treffende gelijkenis vertoonde met babypoep. Ik at er niets van, maar was wel vijf mark kwijt. Nu die andere twintig nog.[2]
Gangbaarheid
- Het woord braadkip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'braadkip' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.