bouwwerf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwwerf    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑuwɛrəf/
Woordafbreking
  • bouw·werf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwwerf bouwwerven
verkleinwoord bouwwerfje bouwwerfjes

Zelfstandig naamwoord

bouwwerf m/v

  1. terrein met een gebouw in aanbouw
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bouwwerf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.