bouwwerf
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·werf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw ww en werf zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwwerf | bouwwerven |
verkleinwoord | bouwwerfje | bouwwerfjes |
Zelfstandig naamwoord
bouwwerf m/v
- terrein met een gebouw in aanbouw
Gangbaarheid
- Het woord bouwwerf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bouwwerf' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.