bouwmaterialenhandelaar
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·ma·te·ri·a·len·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouwmateriaal en handelaar met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwmaterialenhandelaar | bouwmaterialenhandelaren |
verkleinwoord | bouwmaterialenhandelaartje | bouwmaterialenhandelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
bouwmaterialenhandelaar m
- (beroep) (handel) (bouwkunde) iemand die zaken verkoopt die nodig zijn voor het bouwen of repareren van gebouwen
- De bouwmaterialenhandelaar verkocht zowel aan particulieren als aan aannemers
Gangbaarheid
- Het woord bouwmaterialenhandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.