bouwfonds
Nederlands
Woordafbreking
- bouw·fonds
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw ww en fonds
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwfonds | bouwfondsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bouwfonds o
- fonds waaruit bouwkosten betaald of voorschotten daarop gegeven worden
- (geschiedenis) fonds dat onder de naam Bouwfonds (Nederlandse Gemeenten) door heel Nederland betaalbare woningen heeft gebouwd maar nu is geprivatiseerd en daarna werd geplaagd door vastgoedfraude uitgevoerd door de directie
Gangbaarheid
- Het woord bouwfonds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bouwfonds' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.