boomgroep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomgroep (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈbomχrup/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbomɣrup/
Woordafbreking
- boom·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom zn en groep zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomgroep | boomgroepen |
verkleinwoord | boomgroepje | boomgroepjes |
Zelfstandig naamwoord
boomgroep v/m
- een groep bomen in een verder relatief opener landschap
- Bij de boomgroep verderop moet je rechtsaf.
Gangbaarheid
- Het woord boomgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boomgroep' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.