bomengroep
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bomengroep (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈbo.məˌχrup/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbo.məˌɣrup/
Woordafbreking
- bo·men·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en groep met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bomengroep | bomengroepen |
verkleinwoord | bomengroepje | bomengroepjes |
Zelfstandig naamwoord
bomengroep v/m
- een groep bomen in een verder relatief opener landschap
- Bij de bomengroep verderop moet je rechtsaf.
Gangbaarheid
- Het woord 'bomengroep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.