boerenpioen
Nederlands
Woordafbreking
- boe·ren·pi·oen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boer en pioen zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenpioen | boerenpioenen |
verkleinwoord | boerenpioentje | boerenpioentjes |
Zelfstandig naamwoord
boerenpioen v / m [1]
- (plantkunde) Paeonia officinalis
een plant die hoort tot de kruidachtige pioenrozen
Gangbaarheid
- Het woord 'boerenpioen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.