blubberen
Nederlands
Woordafbreking
- blub·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van blubber
Werkwoord
blubberen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blubberen |
blubberde |
geblubberd |
zwak -d | volledig |
- onhandig bezig zijn
- Hohoho! roepen de andere gedachten meteen. Wat denk je me daar! Zo gaat dat niet! Ze zijn vast dom, maar met een mengeling van onderwijs, beschaving, respect – de gedachten blubberen nog een poosje braaf verder. [1]
- Bij LA Priest kan een gitaar klinken als vervormd hanengekraai, en kan een keyboard ergerlijk blubberen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord blubberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blubberen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Marjoleine de Vos 5 oktober 2015 Misschien gedijen we beter bij echt contact
- NRC Hester Carvalho 30 juni 2015 Freaky dansmuziek
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.