blokhuis
Nederlands
Woordafbreking
- blok·huis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘klein verdedigingswerk’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
- samenstelling van blok zn en huis zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokhuis | blokhuizen |
verkleinwoord | blokhuisje | blokhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
blokhuis o [3]
- (militair) oude benaming voor een klein verdedigingswerk dat strategisch was geplaatst om een doorgang te bewaken
- (geschiedenis) (spoorwegen) wachthuisje van een baanwachter
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord blokhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.