blokhut
Nederlands
Woordafbreking
- blok·hut
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blok en hut
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokhut | blokhutten |
verkleinwoord | blokhutje | blokhutjes |
Zelfstandig naamwoord
blokhut v/m [1]
- hut opgebouwd uit boomstammen
- Aan een meer staat één blokhut met een watervliegtuig aan een steiger ervoor. Ik snap wel dat Maarten keer op keer naar Alaska wordt getrokken. Natuur is hier natuur, alleen al het aantal meren bedraagt drie miljoen. Het meest opvallende door mensen gemaakte geluid is het stofzuigerachtige gebrom van de vele privévliegtuigjes, maar dat is altijd zo weer over. Snelwegen zijn er nauwelijks, we kunnen kiezen uit een paar lijnen asfalt, Maarten kent de weg uit zijn hoofd. [2]
Gangbaarheid
- Het woord blokhut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blokhut' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.