binnenzoom
Nederlands
Woordafbreking
- bin·nen·zoom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en zoom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenzoom | binnenzomen |
verkleinwoord | binnenzoompje | binnenzoompjes |
Zelfstandig naamwoord
binnenzoom m
- (heraldiek) een band parallel aan de omtrek van een wapenschild of van een kwartier
- Een binnenzoom ligt vrij van de buitenrand van kwartier of schild.
Vertalingen
1. een band parallel aan de omtrek van een wapenschild
Gangbaarheid
- Het woord 'binnenzoom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.