binnenvetter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·vet·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenvetter binnenvetters
verkleinwoord binnenvettertje binnenvettertjes

Zelfstandig naamwoord

binnenvetter m

  1. iemand die zijn (boze) gevoelens niet laat merken, introvert persoon
    • Hij is een dromerige eigenheimer met een kop vol jongensfantasieën en een gekwelde binnenvetter die letterlijk en figuurlijk naar ruimte verlangt. (Mirjam Noorduijn NRC 7 december 2015 
    • Een binnenvetter kan makkelijk depressief raken. 
Synoniemen
  1. opvreter

Gangbaarheid

  • Het woord binnenvetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.