introvert
Nederlands
Woordafbreking
- in·tro·vert
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘naar binnen gekeerd’ voor het eerst aangetroffen in 1947 [1]
- neoLatijn met het voorvoegsel intro- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | introvert | introverter | introvertst |
verbogen | introverte | introvertere | introvertste |
partitief | introverts | introverters | - |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord introvert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'introvert' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.