eigenheimer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·gen·hei·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eigenheimer eigenheimers
verkleinwoord eigenheimertje eigenheimertjes

Zelfstandig naamwoord

eigenheimer m

  1. (voeding) aardappel die veel op de Zeeuwse klei geteeld wordt
  2. zonderlinge eigenzinnige individualist
    • Vermoedelijk is Het spoor van Mertens deels een sleutelroman waaraan voor sommige West-Friezen en VU-historici meer te beleven valt dan voor een doorsnee lezer. Maar ook wie buiten deze kringen staat, kan worden aangestoken door het enthousiasme waarmee een dorpse eigenheimer zijn verbeelding inzet om de grenzen van zijn kleine wereld te verleggen. (Elsbeth Etty NRC 2-2-2007) 

Gangbaarheid

  • Het woord eigenheimer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.