bimbo
Nederlands
Woordafbreking
- bimĀ·bo
Zelfstandig naamwoord
bimbo v
- (niet al te intelligente) vrouw die op een ordinaire manier knap is
- het woord bimbo doet meteen denken aan films met Humphrey Bogart
- (cultuur) bepaalde leefstijl (-> bimbocultuur)
Gangbaarheid
- Het woord bimbo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bimbo' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.