toelage
Nederlands
Woordafbreking
- toe·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toelage | toelagen toelages |
verkleinwoord | toelagetje | toelagetjes |
Zelfstandig naamwoord
toelage v/m
- een regelmatig betaalde extra som geld die iemand toegewezen krijgt
- Hij kreeg wegens zijn uitzonderlijke omstandigheid enige tijd een toelage.
Hyponiemen
- gezinstoelage, kledingtoelage, schooltoelage, studietoelage, werkingstoelage
Gangbaarheid
- Het woord toelage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toelage' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.