bijlage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijlage    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛilaɣə/
Woordafbreking
  • bij·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘geschrift ter aanvulling’ voor het eerst aangetroffen in 1729 [1]
  • van het Duitse Beilage of samenstelling van  bij   en  lage   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bijlage bijlagen, bijlages
verkleinwoord bijlagetje bijlagetjes

Zelfstandig naamwoord

bijlage v/m [3]

  1. een document dat bij een ander document of stuk tekst als aanhangsel is toegevoegd
    • De minister kreeg het rapport van de onderzoekscommissie als bijlage bij kamervragen toegestuurd. 
  1. (informatica) een bestand dat bij een e-mail is meegezonden
    • Ik stuur de foto's mee als bijlage. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijlage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.