bijenkorf

Nederlands

Bijenkorven met imker
Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·en·korf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijenkorf bijenkorven
verkleinwoord bijenkorfje bijenkorfjes

Zelfstandig naamwoord

bijenkorf m

  1. (insecten) kunstmatige behuizing waarbinnen een bijenvolk zijn raten kan bouwen, oorspronkelijk in de vorm van een gevlochten korf
    • De imker had wel 20 bijvenkorven. 
Afgeleide begrippen
  • bijenkorfachtig, bijenkorfpunk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijenkorf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.