bevrijden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vrij·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vrijmaken’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
  • afgeleid van vrij met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevrijden
bevrijdde
bevrijd
zwak -d volledig

Werkwoord

bevrijden

  1. overgankelijk iemand of een bevolking van gevangenschap of onderdrukking verlossen
    • De Canadezen bevrijdden een groot deel van Nederland. 
  1. verlost worden van iets dat knelt
    • Prins Claus heeft de Nederlandse man bevrijdt van de stropdas. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bevrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.