bevrijd
Nederlands
Woordafbreking
- be·vrijd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bevrijden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bevrijd | bevrijder | bevrijdst |
verbogen | bevrijde | bevrijdere | bevrijdste |
partitief | bevrijds | bevrijders | - |
Antoniemen
- onbevrijd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevrijden |
bevrijd
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevrijden
- Ik bevrijd.
- gebiedende wijs van bevrijden
- Bevrijd!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevrijden
- Bevrijd je?
- voltooid deelwoord van bevrijden
Gangbaarheid
- Het woord bevrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevrijd' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.