bevolkt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beĀ·volkt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bevolken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bevolktbevolktermeest bevolkt
verbogen bevolktebevolkteremeest bevolkte

Bijvoeglijk naamwoord

bevolkt

  1. waar volk zich bevindt
    • Het ongeluk vond plaats in een bevolkt gebied. 
Antoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bevolken

bevolkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevolken
    • Jij bevolkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevolken
    • Hij bevolkt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van bevolken
    • Bevolkt! 
  4. voltooid deelwoord van bevolken

Gangbaarheid

  • Het woord bevolkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.