betreden

verboden te betreden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·tre·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
betreden
betrad
betreden
klasse 5 volledig

Werkwoord

betreden

  1. overgankelijk zich ergens (met de voeten) op begeven
    • Hem werd gezegd dat hij de zolder in verband met instortingsgevaar maar beter niet kon betreden. 
Vertalingen

Werkwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van betreden: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
vervoeging van
betreden

betreden

  1. voltooid deelwoord van betreden

Gangbaarheid

  • Het woord betreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.